DECOMBEL - VAN MIERLO - MARAFIKI

Artiest info
Website
facebook
label: TRAD Records

Kwestie van even uw geheugen op te frissen: in het Vlaamse folkwereldje zijn bloedbroeders en geestesverwanten Toon Van Mierlo en Maarten Decombel noch min, noch meer Instituten, met grote I: al twintig jaar lang zijn ze de helft van kwartet Naragonia, ze spelen of speelden in Mandolinman, Hot Griselda, Snaarmaarwaar, Fluxus, EmBRUN, Göze…om slechts deze namen te vermelden. Ik zwijg dan nog over de talloze verschijningen als gastmuzikanten en over het toeren met menige grote naam uit het Europese folkcircuit. Om maar te zeggen: deze heren betekenen heelwat en eigenlijk verbaasde het mij een beetje dat ze tot nu toe nooit een plaat opnamen als duo.

Dankzij Corona en de daarbij vrijgekomen tijd, is die plaat er nu toch en wat voor een fraai werkstuk is het geworden! “Marafiki” is een Swahili-woord, dat “vrienden” betekent en, naar ik alom mag lezen, is de plaat een ode aan de vriendschap. Nu ik een keer of tien geluisterd heb, merk ik wat die vriendschap tussen twee muzikanten van dergelijk allooi kan betekenen: die twee dagen elkaar uit, maar met slechts één doel voor ogen: elkaar te laten schitteren. Zo doen vrienden dat: het beste in elkaar naar boven halen en bereid zijn daar heel ver in te gaan.

Nochtans is de setting heel simpel: de twee gaan samen zitten in de studio -niet toevallig die van Trad-records, waar Ward Dhoore en Jeroen Geerinck, beiden ook begiftigd met een stel excellente oren, aal de knoppen zitten en registreren wat ze, vaak on the spot, horen ontstaan. Zes van de negen tracks van de plaat komen uit de kokers van de twee muzikanten en de overige drie zijn dus covers. Die zijn niet meteen de meest voor de hand liggende, maar dat maakt ze des te mooier: “Criollita” is van de hand van de Braziliaan Gaston Bueno Lobo, in de jaren ’20 van vorige eeuw het maatje van Oscar Aleman en dat ik dit nummer hier nu terug hoor, roept heel fijne jeugdherinneringen op, ook al omdat Olle Geris komt demonstreren hoe je demusette du Centre hoort te bespelen.

Een ander bijzonder fijn moment is de versie van “Kom Hem” van de fenomenale Zweedse gitarist Roger Tallroth, dat de plaat mag openen en meteen de toon zet: hier gaat muziek gemaakt worden van grote klasse en met oog en oor voor zuivere schoonheid. Derde cover van dienst is “Speranze Perdute” het redelijk bekende walsje van Milanees Alessandro Morelli, dat in de Italië tot de verplichte leerstof behoort, voor iedereen, die accordeon wil gaan spelen. De versie die Maarten en Toon hier neerzetten, is tekenend voor de hele plaat: je hoort dat beide muzikanten naar de kern van de zaak willen gaan en zich niet willen verliezen in snelheid en virtuositeit, al hebben ze die zeker voldoende in huis. Nee, de twee spelen het simpelweg loepzuiver en met veel inleving, zodat alleen de essentie overblijft: een nummer waar je keer op keer opnieuw naar luistert en dat je -eigen ervaring- nooit verveelt.

De eigen composities zijn al even gevarieerd als indrukwekkend: er wordt geen genre of stijl vermeden: hier zijn twee gasten aan het werk, die elkaar niet alleen door en door kennen, maar ook echt graag zien. Daar kan alleen maar schoonheid van komen en die is er in overvloed. Niet één minder moment te bespeuren, maar wel hoogtepunt na hoogtepunt. Mijn favorieten: “Tempelhof/Zever Dreven”, “Marafiki/Happily Lost” en vooral “Carapateira /Percebes”. Dat zijn zes nummers voor de prijs van drie, hoor ik u denken. Zo is het maar net, maar vergeet één ding niet: veel beter zullen de folkCD’s dit jaar niet meer worden !

(Dani Heyvaert)